Slagaders voeren bloed van het hart naar de weefsels en het merendeel hiervan wordt via aders weer teruggevoerd naar het hart. Een klein deel van de bloedvloeistof uit de kleinste bloedvaten komt als lymfevocht in de weefsels. Het lymfevocht wordt door de lymfevaten opgepikt en via lymfeknopen (‘schoonmaakstations’ die checken op ziekteverwekkers) teruggevoerd naar een grote ader vlakbij het hart.
Lymfoedeem ontstaat als de lymfevaten hun werk niet goed doen of als het aanbod van lymfevocht te groot is. Lymfevaten kunnen niet goed hun werk doen als ze niet goed zijn aangelegd bij geboorte (primair lymfoedeem) of omdat ze zijn beschadigd of niet optimaal werken (secundair lymfoedeem). Secundair lymfoedeem kan voorkomen na operaties, bij lipoedeem of bij andere aandoeningen.
Bij warm weer, door zware lichamelijke inspanning, te weinig slaap of door een infectie kan extra lymfevocht worden aangemaakt, waardoor de afvoer nog verder wordt bemoeilijkt en er meer vochtophoping ontstaat.
Bij veneus oedeem werken de kleppen in de aderen (de terugkerende vaten naar het hart) niet goed. Hierdoor heeft het bloed meer moeite om terug naar het hart te stromen en neemt de druk in de aderen en de kleine vaatjes toe. De aderen zetten uit en dit leidt tot een ophoping van vocht. Klachten zijn onder meer een zwaar, moe en pijnlijk gevoel in de benen. Ook komen vaak spataderen voor.
Bij lipoedeem kan ook lymfoedeem en veneus oedeem voorkomen. Vaak wordt dan de term lipolymfoedeem gebruikt.
Door het afgeven van impulsen aan de fascia, waarin de bloedvaten en lymfevaten zitten, verbetert de soepelheid van het bindweefsel, de conditie van de bloedvaten, de circulatie in het weefsel en wordt de afvoer van vocht en afvalstoffen gestimuleerd.
Een losse behandeling doet veel voor het lichaam. Maar voor een optimaal resultaat adviseren we een kuur: bij lymfoedeem/vocht vasthouden ongeveer 10 behandelingen 1-2 maal per week*. Er hoeft geen dag tussen de behandelingen te zitten. Na de kuur afbouwen naar onderhoud: eens in de 4-6 weken.
* Dit is een algemeen advies. Afhankelijk van de staat van het weefsel en de klachten kan hier in de praktijk van afgeweken worden.